Laatst had ik met een aantal studenten een discussie over E-nummers. Hun stelling: het gebruik van E-nummers was gevaarlijk en de fabrikant geeft hierover misleidende informatie. Studenten moeten nog leren en de discussie met hen aangaan hierover is dan ook erg leuk. Bovenal staan ze open voor nieuwe informatie.
Hoe anders is dat met mensen die hun mening al gevormd hebben. E-nummers zijn dodelijk, schadelijk en moeten verboden worden. Punt. Klaar. Uit. Het geeft maar al te meer aan dat er nog veel verwarring heerst over E-nummers. Daarom een aantal feiten op een rij.
Wat zijn E-nummers
E-nummers zijn door de Europese Unie goedgekeurde hulpstoffen. Producten krijgen een E-nummer als uit uitgebreid onderzoek blijkt dat de stof onschadelijk is voor de gezondheid. Bij het vaststellen van de veilige hoeveelheid is bovendien een enorme veiligheidsmarge in acht genomen. Het E-nummer is dus eigenlijk een kwaliteitskeurmerk.
Betekenis cijfers en letters
Elke groep E-nummers begint met een eigen cijfer. Zo beginnen de kleurstoffen met een 1, conserveermiddelen met een 2, smaakversterkers met een 6, etc. De kleurstof ‘rood’ heeft nummer E-128, het conserveermiddel zwaveldioxide heeft nummer E-220 en de smaakversterker calciumglutamaat heeft nummer E-623
Alleen met duidelijke functie
E-nummers mogen alleen toegevoegd worden indien het in het product een duidelijke functie vervuld en geen eigenschappen toevoegt die het product normaal gesproken niet heeft. Zo mag er bijvoorbeeld geen zoetstof worden toegevoegd aan kaas. Immers, een zoete smaak is geen natuurlijke eigenschap van kaas.
Niet altijd chemisch
E-nummers zijn zeker niet altijd chemisch! Ook stoffen zoals vitamine C krijgen een E-nummer omdat deze toegevoegd worden om te voorkomen dat zuurstof producten aantast. Hetzelfde geldt voor de kleurstof bètacaroteen, de oranje kleurstof die onder andere in worteltjes voorkomt.
Specifieke-nummers kunnen tot gezondheidsklachten leiden indien er een individuele intolerantie of allergie voor deze stof bestaat. Eén van de meest bekende is mononatriumglutamaat (E-621), beter bekent als Ve-tsin.
Altijd een vermelding op product
E-nummers of de chemische naam hiervan, moeten vanwege bovenstaande punt altijd op de verpakking vermeldt worden. Het is niet mogelijk dat een product toevoegingen bevat die niet op het etiket staan. Worden producten online gekocht uit bijvoorbeeld Amerika, dan gelden in principe dezelfde regels mits het legaal wordt geïmporteerd. Vaak krijgt het product dan een extra etiket.
Zoetstoffen ook een E-nummer
Zoetstoffen krijgen eveneens een E-nummer. De E-nummers van zoetstoffen beginnen met een 9. Zo heeft bijvoorbeeld de zoetstof xylitol, veel gebruikt in kauwgum, het E-nummer E-967. Ook voor de zoetstoffen geldt: uitgebreid onderzoek heeft uitgewezen dat het geen schadelijke effecten heeft mits in normale hoeveelheden geconsumeerd. Het dagelijks drinken van 4 liter cola light wordt overigens niet beschouwd als een normale hoeveelheid!
Mate van bewerking van product
Hoe meer E-nummers hoe meer het product is bewerkt. Het aantal ingrediënten inclusief E-nummers geeft een indicatie aan in hoeverre het product bewerkingsprocessen heeft ondergaan. Kijk bijvoorbeeld eens naar het verschil tussen rundergehakt van de slager en een kant-en-klare gehaktbal uit de supermarkt.
Alles met mate
Hoewel het streven altijd moet zijn om zo min mogelijk bewerkte producten te gebruiken moeten we wel zo realistisch zijn dat op een flat op 7 hoog, het lastig is om een eigen moestuin te houden en kippen en varkens te laten scharrelen. Kortom, zonder E-nummers kunnen wij ons huidige consumptiepatroon niet doorzetten. Het is namelijk niet mogelijk om producten te bewerken en exporteren zonder deze hulpstoffen. Ze zijn een noodzakelijke schakel in het houdbaar en aantrekkelijk houden van producten. Maar wel: met mate…
Reageer op dit bericht