Samen beslissen

post afbeelding

Uit een recent onderzoek blijkt dat 70% aangeeft altijd samen met de arts te willen beslissen over een behandeling. 28% wilde dat soms. Er is trouwens een mooie infographic over de resultaten beschikbaar. 

Van goede wil…

Nu is het al vanaf dik 25 jaar geleden -de tijd dat ik afstudeerde- mijn persoonlijke uitdaging om de patiënt zo van informatie te voorzien, dat die zelf heer en meester kan worden over zijn beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid. In die tijd had dat nog geen naam, tegenwoordig heet het “gezamenlijke besluitvorming”, “shared decision making” of “participatory healthcare”. Dat de theorie lastiger is dan de praktijk bleek overigens jaren geleden, toen ik als huisarts-opleider een paar consulten van mezelf op video moest laten beoordelen. Een van de verbeterpunten was dat ik op het eind van het consult toch vaak erg directief was (met andere woorden: ik vertelde de patient te veel wat ík dacht dat goed was om te doen). Ai, daar sta je dan met je goede gedrag….

Valkuilen

Hieruit blijkt dat goede intenties zich niet onmiddellijk vertalen in goede resultaten. Er zijn een aantal factoren die maken dat die gezamenlijke besluitvorming soms lastig in de praktijk te brengen is. Op de eerste plaats ben ik ook maar een mens, met een eigen karakter. En het kenmerk enthousiasme hoort bij dat karakter, met het bijbehorende risico dat je wel eens té vol kunt raken van een goede oplossing. Verder moet een dokter ook wel een beetje eigenwijs zijn. Dat klinkt misschien raar. Maar vergelijk het maar met een loods in een drukke haven. Overal om je heen gebeurt wat, schepen passeren, wind en golven laten je schip deinen. En in die woelige, veranderende wereld moet je wendbaar zijn, maar toch proberen een zekere koers vast te blijven houden. En tenslotte: heel veel mensen vragen in eerste instantie niet om mee te kunnen denken, gaan er van uit dat ‘de dokter het wel weet’. Dat is niet hetzelfde als ‘heel veel mensen willen niet zelf mee beslissen’, maar meer een kwestie van aan welke patronen we aan beide kanten gewend zijn.

Uitdagingen

De grote uitdaging is om deze ‘neigingen’ te herkennen en even aan de kant te zetten. Het betekent een verdieping van het vak als je je kennis en ervaring niet direct omzet in daden en adviezen, maar echt weet aan te sluiten bij de verwachtingen en wensen van de patiënt. Daar hoort bij dat je meer ruimte biedt voor diens verhaal, dus een luisterende, ontvangende houding. Daar hoort ook bij dat je sommige mensen wat meer moet stimuleren om te zeggen wat ze nu eigenlijk willen. En daar hoort soms bij dat je een aantal mogelijkheden noemt en vervolgens figuurlijk naast je patiënt gaat zitten om mee te denken wat in zíjn situatie een goede keuze zou zijn.

De neiging om te roepen wat ík zou doen, zal ik waarschijnlijk mijn hele leven nog houden. Maar er is iets dat me gelukkig steeds vaker even afremt. En dat is het plezier en de voldoening die het geeft om een patiënt te coachen om een minstens even goede beslissing te nemen.


GD Star Rating
loading...

Reageer op dit bericht