Veertien jaar was ik toen ik voor het eerst onder een zonnehemel lag. De zomer ervoor was ik op school een beetje uitgelachen om mijn witte benen. Dat zou me als onzekere puber niet nog eens gebeuren en vanaf dat moment ging ik met een kleurtje door het leven.
Zorgeloos zonnen
In de zomer ging ik naar het zwembad of het strand en dan veranderde dat lichte zonnebanktintje in diep roodbruin. Insmeren deed ik als ik toevallig eraan dacht. Soms zei iemand dat het slecht was, maar welke puber maakt zich daar druk om?
Louterend voor het humeur
In de jaren daarna werd het verlangen om bruin te zijn minder belangrijk. Urenlang bakken op een strand was nooit aan mij besteed, maar een wandeling langs de branding of een duik in de zee des te meer. Elk zonnestraaltje louterde mijn humeur. Daarom ging ik in de winter onder de zonnebank. Inmiddels smeerde ik wel, daar herinnert je spiegelbeeld je wel aan op een bepaald moment.
Een vreemd plekje
Vorig jaar ontdekte ik een vreemd plekje op mijn decolleté. Het zag eruit als eczeem. Zon is goed tegen eczeem, wist ik, en liet de magische zonnestralen in de zomer hun werk doen. Alleen het verdween niet, het werd groter. Omdat ik maanden later toevallig voor iets anders bij de huisarts moest zijn, liet ik haar het plekje zien. Haar gezicht betrok. ‘Dat moeten we wel wegsnijden hoor.’
Litteken ter grootte van een euro
Het bleek een basaalcelcarcinoom, de meest voorkomende vorm van huidkanker. Niet levensbedreigend, maar ook niet onschuldig. Op de aangedane huid heb ik nu een hard litteken in de vorm en grootte van een euromunt. De kans op herhaling is groot. Kwaadaardige cellen hebben het op mijn huid voorzien. Je hoeft niet eens buitengewoon hypochondrisch te zijn om daar een beetje bang van te worden.
Achteloosheid
Nog diezelfde dag heb ik de zonnebank weggedaan. Zodra de zon zich een beetje laat zien, begin ik met smeren. In mijn handtas zit standaard een tube zonnebrandcrème met factor vijftig en als het even kan ga ik in de schaduw lopen. Mijn nieuwe zomergarderobe bestaat uit blouses die mijn decolleté en armen zo veel mogelijk bedekken. Het is de prijs die ik betaal voor jarenlange achteloosheid.
Angst voor de zon
Het dwangmatige smeren en die angst voor de zon horen erbij, denk ik. Volgend jaar kan ik misschien wel weer genieten van het goede van de zon. Maar nooit meer volledig zorgeloos. Nooit meer met het idee van een bruin tintje. Wat mij betreft is wit het nieuwe bruin.
Reageer op dit bericht